Differentiatie

Differentiatie

differentiatie in de les

Omgaan met verschillen, rekening houden met verschillen, maatwerk leveren voor wie dat nodig heeft, differentiëren in begeleiding en aandacht,….dat doen we elke dag. Echter de diversiteit in de klas neemt toe, de verschillende leerbehoeften van leerlingen komen prominenter naar voren en de overheid heeft er de focus opgelegd.

Al deze ontwikkelingen vragen erom opnieuw de mogelijkheden van differentiatie in de les te onderzoeken.

Grofweg zijn er drie invalshoeken om met diversiteit aan leerbehoeften in de klas om te gaan:

  • Organisatorische insteek
  • Didactische insteek
  • Geavanceerde insteek, gericht op specifieke verschillen

Het is een misverstand te denken dat differentiatie vooral moet worden vormgegeven door verschillende taken uit te delen aan leerlingen van verschillend niveau. De begeleiding van groepen leerlingen binnen de muren van het klaslokaal anders te organiseren omdat de een meer en de ander minder begeleiding nodig. Of te werken met een geavanceerd aftekensysteem om de verschillende vorderingen van de leerlingen allemaal apart te kunnen volgen. Deze manieren van omgaan met verschillen in de klas kunnen werken, maar dan is de klacht al gauw dat dat enorm veel tijdsinvestering vraagt van de docent en je moet een stressbestendige duizendpoot zijn om alle leerlingen op maat te bedienen. Bij dit beeld van differentiatie wordt gemeend dat differentiëren vooral is weggelegd voor de ervaren docent met veel dienstjaren.

Ik kies bij voorkeur bij het begeleiden van scholen en docenten om met verschillen in de klas om te gaan een didactisch / pedagogische insteek. Daar waar de docent goed in is gebruiken; zijn pedagogisch/didactisch repertoire inzetten en uitbreiden om van de verschillen in de klas gebruik te maken. Wanneer werkvormen worden ingezet waarbij leerlingen deels in homogene, maar juist af en toe bewust in heterogene groepen samen leren, hebben zowel de zwakkeren als de leerlingen die sneller zijn en meer van de stof begrijpen er baat bij.

Speciale aandacht voor meervoudige intelligentie, om variatie te bieden en ruimte te maken voor keuzes van leerlingen, kan in een meer geavanceerde opzet voor lessenseries met leerarrangementen worden ingezet.

Doel: vakdocenten stimuleren en coachen in de ontwikkeling van lessen waarin aandacht is voor verschillende leerbehoeften van leerlingen.

Doelgroep: het hele team, zowel beginners op het terrein van differentiatie in de les, alsook gevorderden.

Duur van de training: Startmiddag met zes vervolgbijeenkomsten van 1 middag. (7 dagdelen)

Omvang: 40 uur voor de looptijd van het traject, meestal een cursusjaar.

Tijdens de startmiddag staat het concept voor differentiatie vanuit leerstof, leren en/of organisatie centraal. Met voorbeelden van werkwijzen en lesvoorbeelden van andere scholen worden docenten geïnspireerd voor het maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan. Onderdeel daarvan is de wijze van samenwerken met collega’s; in duo’s of grotere eenheden, binnen of buiten de sectie, lesbezoeken over en weer of ander vormen van het organiseren van feedback, etc.

Er is keuze, maar verplicht is wel dat elke docent aantoonbaar werkt aan het thema omgaan met verschillen in de les.

De plannen worden door de werkgroepleden verzameld.

  1. Werkgroepmiddag I

Aan de orde komt wat er aan plannen door collega’s is ontwikkeld. Wie heeft steun nodig?, Wie kan het beste met wie samen optrekken?, Welke zorgen zijn er rond onvolledige plannen voor eigen ontwikkeling en hoe kunnen die worden opgepakt?

De werkgroep krijgt input om op de gekozen thema’s ook inhoudelijk op de hoogte te zijn, zodat zij in gesprek met collega’s kunnen meepraten. Tevens wordt de volgende teammiddag voorbereid, die door de werkgroepleden zal worden begeleid. Dat betekent de uitnodiging op orde, rol- en taakverdeling, gedetailleerd inplannen van werkvormen, reflectie- en begeleidingsactiviteiten voor de werkgroepleden ontwerpen, etc.

  1. Middag II voor het team.

Onder begeleiding van de werkgroepleden werken de docenten in verschillende samenstellingen aan hun eigen ontwikkelingsplannen. Het karakter van de bijeenkomst is een werkplaats. Er is ruimte voor uitwisseling en reflectie, maar er wordt uitdrukkelijk zo min mogelijk plenair gewerkt.

Geïnventariseerd wordt waaraan behoefte is voor input op de volgende middag.

  1. Werkgroepmiddag II.

Door gezamenlijk te reflecteren op het verloop van d e tweede teammiddag, wordt geleerd over de verschillende stadia van ontwikkeling in een veranderingsproces (CBAM-theorie). De werkgroepleden doen in een rollenspel ervaring op met coachende vragen stellen aan collega’s. Zij brengen daarvoor eigen casussen in. De derde teammiddag wordt inhoudelijk afgestemd op de gevraagde

  1. Middag III voor het team.

Tijdens deze werkmiddag wordt voorbeeldmatig gedifferentieerd in organisatie en ondersteuningsbehoefte van de docenten. Er zijn twee rondes met workshops (2 parallel), waarvan elke docent er minstens één moet kiezen. Tijdens de andere ronde kunnen docenten ervoor kiezen hun eigen ontwikkelingsplan verder te vervolgen, met de input van één van de workshops, maar zij mogen ook twee rondes workshops volgen.

Thema’s zijn:

  • Differentiëren met het boek
  • Differentiëren mét ICT
  • Werkvormen om te differentiëren
  • Meervoudige intelligentie

De middag eindigt met een korte uitwisseling van collega’s die verschillende workshops hebben gevolgd. Ontwikkelingsplannen worden bijgesteld en weer bij werkgroepleden ingeleverd.

 

  1. Middag IV voor het team.

Werkgroepleden bereiden deze middag op basis van de ingeleverde ontwikkelingsplannen zelfstandig voor, eventueel met consultatie van de STA-begeleider op de achtergrond. De werkwijze is globaal gelijk aan middag II; docenten werken verder aan eigen ontwikkeling. Werkgroepleden leveren daarbij coachende begeleiding. Voor werkgroepleden is dit een oefening in wat is aangeleerd bij 4. (Werkgroepmiddag II).

  1. Middag V voor het team.

Deze middag is qua opzet gelijk aan middag III. De thema’s voor de workshops zijn door de werkgroepleden gekozen, doordat zij inzicht hebben in de vragen die er leven in het team.

Thema’s zijn:

  • Leerarrangementen
  • Samenwerkend leren begeleiden
  • Niveauverhogende vragen stellen
  • Lesvoorbeelden met ICT-inzet t.b.v. differentiatie

Er worden enkele docenten uitgenodigd voor de laatste middag een presentatie voor te bereiden over hun eigen ontwikkeling en ervaringen

  1. Werkgroepmiddag III

Het schoolontwikkelingsproces krijgt vorm en daarbij ontstaan vragen over de aansluiting van het proces, over professionele cultuurontwikkeling, over omgaan met weerstand, etc. Deze middag is voor de werkgroepleden om te reflecteren op hun ervaringen om van te leren. De opzet van de uitwisselmiddag (middag VI voor het team) wordt inhoudelijk en organisatorisch voorbereid.

  1. Middag VI voor het team

Enkele docenten houden een presentatie over hun opbrengsten. Onder begeleiding wordt op basis hiervan ene uitwisseling- en feedbackronde gehouden. Daarmee wordt beoogd te oefenen in het leren van elkaar. De bedoeling is dat het ontwikkelproces verder vorm gegeven wordt door de collega’s door in eigen gekozen intervisieverbanden verder te ontwikkelen.

Concrete afspraken moeten die ontwikkelingen in gang houden, daarop ziet de werkgroep toe.

Teneinde de trainingen zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij de bestaande praktijk én de vragen van docenten, worden 2 x in de morgen van teammiddag III. en V. enkele lesbezoeken (met individuele) nabesprekingen ingepland. Deze lesobservaties kunnen gebruikt worden als praktijkvoorbeeld bij de middagtrainingen. De docenten kunnen daarin hun vragen betreffende gedifferentieerd lesgeven op nieuwe manieren inzetten; dat is ook input voor de uitwisseling tijdens de trainingsmiddagen. Bovendien ontstaat dan ervaring in leren van leesbezoeken, met het oog op het vervolg op de training na middag VI voor het team met een intervisieproject inclusief wederzijds lesbezoek.

  1. In een evaluatie/reflectiegesprek met schoolleiding en werkgroep na afloop van de trainingen wordt de school gecoacht in het ontwikkelen van verstandige vervolgstappen teneinde de opbrengsten te implementeren in het dagelijks werk in de klas.

Belangrijk voor de schoolontwikkeling is, dat er ook voor docenten een zekere mate van keuzevrijheid is (differentiatie) in de manier waarop zij ‘omgaan met verschillen’ kunnen en mogen vormgeven in hun lessen.

Back to Top